Inhoudsopgave:
Voorwoord...............................................................................................................................2
Inleiding...................................................................................................................................3
Ervaringen................................................................................................................................7
Hypothesen...............................................................................................................................9
1e hypothese: De theorie achter het gebruik van kinesiotape..............................................10
2
e hypothese: de werking van kinesiotape bij de zgn spiertechnieken.................................11
3
e hypothese: de wijze van tapen is van invloed op de spierspanning.................................12
4
e hypothese: de werking van de ligament techniek............................................................13
5
e hypothese de werking van kinesiotape bij Lymfedrainage..............................................14
Overige toepassingen...........................................................................................................15
De enquete..............................................................................................................................18
Inleiding.............................................................................................................................18
Het uitgevoerde onderzoek...................................................................................................19
De resultaten.......................................................................................................................20
Samenvatting van de uitkomsten..........................................................................................25
Conclusies naar aanleiding van de enquête..........................................................................25
Conclusies naar aanleiding van deze beroepsopdracht............................................................27
1
Voorwoord
Voor u ligt het eindproduct van ons onderzoek naar kinesiotape. In dit onderzoek proberen wij de bruikbaarheid en evidentie van het gebruik van kinesiotape te onderzoeken en te evalueren. De keuze van het onderwerp kwam naar voren door de interesse die we beide al langere tijd hiervoor hebben. Persoonlijke ervaringen en ervaringen van andere gebruikers hebben dit gevoel alleen maar versterkt en waren voor ons een goede motivatie om dit concept te bestuderen. Dit verslag is als volgt opgebouwd: In de inleiding vindt u de opdracht zoals hij in overleg met de Hogeschool van Amsterdam is geformuleerd en het bijbehorende SMART geformuleerde doel. Om vervolgens enige indruk te geven over de tape bespreken we de geschiedenis en de opbouw van de tape. Persoonlijke ervaringen zijn voor ons een belangrijk gegeven betreffende de keuze van ons onderwerp en we willen u graag deelgenoot maken van enige van onze ervaringen met kinesiotape. De hypothesen over de werking van de tape worden besproken en geëvalueerd aan de hand van de huidige kennis omtrent fysiologische effecten. Aangezien de anatomie en fysiologie een uitgebreid stuk is wordt zal er regelmatig worden verwezen naar de bijlage fysiologie waarin processen en reacties worden besproken en toegelicht en neemt deze bijlage zodoende een belangrijke plaats in in dit verslag.
.
2
Inleiding
Tijdens een technische avond van de NGS (Nederlands Genootschap van Sportmasseurs) ben ik (Henk Bakker) voor het eerst in aanraking gekomen met Kinesiotaping. De toepassing van de opgedane kennis bij het behandelen van rugklachten van honkballers bracht de behoefte aan meer kennis over de toepassingsmogelijkheden naar boven. Ook heb ik met mijn medestudenten het gebruik van kinesiotaping besproken. Folkert Rikkert de Koe en ik kwamen tot de conclusie dat de toepassing van kinesiotaping en de vraag waarom kinesiotaping niet in het onderwijsaanbod was opgenomen, een onderwerp voor een beroepsopdracht kon vormen. De Amsterdamse Hogeschool voor Paramedische Opleidingen (AMPO) heeft het onderwerp voor een beroepsopdracht geaccepteerd.
We hebben de volgende opdracht geformuleerd:
Middels een literatuuronderzoek en een onderzoek binnen het werkveld willen we aantonen of uitsluiten dat kinesiotaping een meerwaarde heeft binnen de fysiotherapie.
Afhankelijk van de uitkomst van deze beroepsopdracht, willen we degenen die voor het onderwijspakket van de HVA-fysiotherapie verantwoordelijk zijn, aanzetten tot het aanbrengen van veranderingen in het aan fysiotherapiestudenten aangeboden studiepakket.
Door onze presentatie de vorm van een praktijkcollege te geven willen we de belanghebbenden inzicht geven in het gebruik van kinesiotape.
Specifiek: Door met mensen te spreken die veel werken met kinesiotaping willen we bekijken wat de verschillen zijn met conventionele taping of een conventionele behandeling c.q. oefentherapie.
Door een literatuuronderzoek willen we vaststellen of er evidence based onderzoek gedaan is dat gericht is op de effecten van kinesiotaping en wat volgens de huidige inzichten binnen de fysiologie deze effecten zou kunnen verklaren.
Meetbaar: Dit is alleen maar goed te meten wanneer er binnen twee patiënten categorieën met ongeveer dezelfde soort patiënten gewerkt kan worden volgens een RCT. Dit is binnen de beschikbare tijd niet haalbaar. Daarom zullen we op basis van een standaardvragenlijst fysiotherapeuten interviewen op het gebied van de resultaten die met kinesiotaping behaald zijn.
Acceptabel: Wanneer er uit het onderzoek blijkt dat er een significant verschil is tussen de huidige conventionele praktijk en kinesiotaping (bij hetzelfde soort patiënt).
Realistisch: Aangezien een RCT teveel tijd kost hebben we gekozen voor het opstellen van hypotheses en het interviewen van gebruikers van de tapetechniek.
Folkert Rikkert de Koe
Henk Bakker
31 oktober 2007
3
De opdracht
De opdracht is in twee stukken op te delen. Door het literatuuronderzoek uit te voeren hebben we hedendaagse fysiologische kennis tegen geprobeerd te koppellen aan de kinesiotape. Hierbij hebben we gekeken naar de effecten op oppervlakkig naar steeds dieperliggende structuren. De huid speelt een grote rol binnen het kinesiotapeconcept en daarom hebben we deze ook extra tegen het licht gehouden. In de bijlagen hebben we de links opgenomen naar websites die ook (gedeeltelijk) informatie over kinesiotape verschaffen. Dit geeft de geïnteresseerde lezer voldoende mogelijkheden zijn eigen conclusies te trekken en zodoende de discussie omtrent kinesiotape voort te zetten.
Uit de studie is gekomen dat de huidige hypothesen afgaand op de practise based evidence wel eens zouden kunnen kloppen, maar door het gebrek aan wetenschappelijke evidentie is dit niet als zodanig hard te maken. De verschijnselen die optreden tijdens het gebruik van kinesiotape zijn in grote mate te verklaren vanuit de fysiologie, maar niet in alle gevallen.
In het tweede deel van deze studie hebben we een onderzoek uitgevoerd onder fysiotherapeuten waarbij we hebben gekeken naar de hoeveelheid therapeuten die er gebruik van maken (of hebben gemaakt) en wat hun ervaringen en bevindingen zijn. Ook wordt er gekeken naar de soort aandoening waar voor kinesiotape wordt gebruikt en de behaalde resultaten. Dit onderzoek is uitgevoerd onder 50 praktijken in de regio’s Amsterdam, Almere en Hilversum waar bleek dat minder dan 50% kinesiotape gebruikt. Het onderzoek is op kleine schaal uitgevoerd en de uitkomst is daardoor ook discutabel. De fysiotherapeuten die wel gebruik maakten van kinesiotape zijn echter over het algemeen zeer enthousiast over kinesiotape. Dit zorgt er toch voor dat de suggestie weer wordt gewekt dat kinesiotape echt wel een bijzonder concept is.
Tijdens onze presentatie zullen we niet op het voorliggende rapport ingaan. We willen de geïnteresseerden zelf gebruik leren maken van kinesiotape bij verschillende aandoeningen. Dat zullen we doen door een werkpresentatie te organiseren.
4
Kinesiotaping
Kinesiotape is een relatief nieuw concept binnen de fysiotherapie en de sport. Het gaat verder dan het conventionele (sport)tapen en heeft veel meer mogelijkheden zoals het tapen van littekens, segmentaal tapen, lymfedrainage en triggerpoints behandeling.
Wat opvalt, is dat er weinig evidence-based kennis over de werking van deze tape bestaat. Dat in de literatuur weinig onderzoek beschreven is, kan veroorzaakt worden door het betrekkelijk korte bestaan van de techniek en de nieuw ontwikkelde tape. Echter ook de medische databases bezitten nauwelijks informatie over uitgevoerde onderzoeken. (De (resultaten van de) gevonden onderzoeken zijn in de bijlagen opgenomen.Tijdens een kinesiotaping-cursus wordt vooral aandacht besteed aan de tape technieken. De positieve reacties van gebruikers komen dan ook voort uit de eigen ervaring (practice based).
Over de wijze waarop kinesiotape in de praktijk (fysiotherapie/sport) wordt gebruikt bestaat geen helder beeld. De doelstelling van dit onderzoek is om de meerwaarde van deze tape voor (beginnend) fysiotherapeuten te onderzoeken. Hiervoor hebben wij twee subdoelen gesteld waarmee we een onderzoek doen naar de fysiologie en anatomie van de betrokken weefsels en structuren om zodoende enige indruk te krijgen in de processen die zich afspelen wanneer men kinesiotape toepast. Het tweede doel is om met zoveel mogelijk fysiotherapeuten te spreken over het gebruik van kinesiotape. Op deze manier proberen we een beeld te schetsen van hoe de tape op dit moment wordt gebruikt door fysiotherapeuten en ook wat hun ervaringen zijn met het gebruik van kinesiotape.
Ontwikkeling
Kinesiotaping is ontwikkeld vanuit de principes betreffende de kinesiologie. Wanneer er overmatige rek optreedt in de spieren treedt er als reactie een abnormale sterke contractie op. De bedenker/grondlegger van de kinesiotape is Dr Kenzo Kase die in het laatste kwart van de vorige eeuw werkte als chiropractor. Zijn uitgangspunt was dat de contractie van spieren rond het gewricht zorgen voor de beweging en stand van het gewricht zelf. Dit zou dus betekenen dat klachten niet uit het gewricht voortkomen, maar eerder uit de spieren eromheen. Dr Kase gebruikte voorheen conventionele niet elastische tape waarmee hij de abnormale standen in het gewricht probeerde te corrigeren. Dit hielp in beperkte mate, maar zorgde er tevens voor dat de patiënt klachten kreeg als pijn en oedeem door de stugge eigenschappen van de tape. Dr Kase besloot hierop een rekbare huidvriendelijke tape te ontwikkelen waarmee hij de abnormale overcontractie van de spieren kon controleren. Na jaren van onderzoek ontwikkelde hij de kinesiotape zoals deze vandaag de dag bekend is. De goede elastische eigenschappen laat het normaliseren van de tonus toe zonder de gewrichten in hun bewegingen te beperken terwijl er ook nog eens minimale huidirritatie optreedt
1.
Deze techniek werd in eerste instantie toegepast binnen de sport, maar is inmiddels vanuit de sportwereld overgekomen naar de medische wereld waar men steeds meer overtuigd raakt van de vele mogelijkheden en voordelen die kinesiotape biedt. Inmiddels wordt kinesiotape niet alleen meer gebruikt voor het behandelen van spieren, maar is er een breed scala aan mogelijkheden waar kinesiotape zich goed profileert zoals het lymfetaping, segmentaal tapen, herstel van littekens en het behandelen van heamatomen.
Opbouw van de tape
1
Kinesio taping Association
5
Kinesiotape kan tot 140% van zijn lengte kan rekken. Dit komt overeen met de rek die er op huid en spieren mogelijk is. In het verleden is men reeds bezig geweest met de ontwikkeling van elastische tape om zo de bewegingsmogelijkheden zo groot mogelijk te houden. Een probleem van deze tape was dat zweet ervoor zorgde dat over elkaar liggende tapes loslieten en de permeabiliteit van de tape onvoldoende was om de tape enige dagen te laten zitten.
De kinesiotape bestaat uit meerdere lagen die er voor zorgen dat de tape geen vocht doorlaat en over een goede permeabiliteit beschikt. De plaklaag is behandeld met een anti-allergeen (acrylic-based synthetic resin) middel om huidirritaties te voorkomen. De plaklaag wordt de sensitive adhesive layer genoemd en bestaat uit stroken die de kenmerkende golving in de tape brengen. Tussen deze stroken is een ruimte open gelaten waardoor de permeabiliteit van de tape zo groot is. Ook zorgt de golving van deze laag er voor dat de tape krachten uit verschillende richtingen kan opvangen. Over deze laag ligt een geweven netwerk (raster) van draden. Deze draden zijn in de lengte van elastische vezels en in de breedte normale katoenen vezels. Doordat de elastische vezels alleen in de lengte te vinden zijn is de tape alleen rekbaar in zijn lengte. De toplaag is behandeld met siliconenolie waardoor vocht niet door deze laag heen kan. Voor een verdere toelichting verwijzen we naar de uitleg bij de illustraties.
Afbeelding 1: aanzicht in de lengte
Afbeelding 2: de pressure sensitive Afbeelding 3: vergroot
adhesive layer de golving met het rooster.
6
2 (patent kinesiotape Dr Kenzo Kase)
Op afbeelding 1 is duidelijk te zien hoe de tape is opgebouwd. Het geweven raster bestaat in de lengte uit elastische vezels (3a 3b) en vormen samen de toplaag (2). De pressure sensitive adhesive layer (5) laat een strook in het midden vrij (6) die zorgt voor de permeabiliteit. Het geheel is afgesloten met de plakstrook (7)
Op afbeelding 2 is de structuur van de pressure sensitive adhesive layer te zien. Ook wordt hier duidelijk waarom de permeabiliteit van de tape zo goed is doordat de ruimte tussen de stroken (6) ook golvingen heeft en er daardoor veel meer oppervlak is.
Op afbeelding 3 is een vergroting te zien van de pressure sensitive adhesive layer waar goed de structuur van het rooster is te zien boven de plaklaag.
2
Het mag duidelijk zijn dat deze tape alleen al door zijn goede permeabilteit en lage irritatie een voordeel heeft boven de conventionele sporttape. De tape is echter niet zo stug als sporttape wat bij een totale immobilisatie een nadeel kan zijn. Totale immobilisatie heeft natuurlijk ook grote nadelen op het weefsel en zal daarom als het mogelijk is moeten worden vermeden. Totale immobilisatie van gewrichten zorgt er voor dat er bijna geen belastingsprikkels meer zijn met als mogelijk gevolg bijvoorbeeld:
- spieratrofie
- Atrofie peesaanhechtingen
- Verzwakking gezonde ligamenten (lagere treksterkte)
- Afunctioneel litteken in een scheurde strutuur ( tijdens de herstelfase wordt het bindweefsel onjuist belast wat zorgt voor minder sterkte in het weefsel.
(J.J. de Morree: Dynamiek van het menselijk bindweefsel)
Ervaringen
Voor we ingaan op de werking van de tape op het weefsel geven we een aantal voorbeelden van patiënten die door ons zelf in de praktijk zijn behandeld. Zo proberen we u een beeld te schetsen van de mogelijkheden en de soms verbluffende effecten die we zelf hebben meegemaakt door het gebruik van kinesiotape.
Patiënt: Zweepslag m. semitendinosis
Deze patiënt had een verkeersongeluk meegemaakt waardoor een behoorlijke spierscheuring in zijn m. semitendinosis was ontstaan. De patiënt kwam bij ons 5 dagen na het ongeval en was door een collega al een keer behandeld met sporttape. Het is de moeite van het vermelden waard dat deze patiënt ook met de x tape constructie praktisch niet in staat was om te lopen en veel pijn aangaf. De vraag was of ik deze patiënt niet eens zou willen behandelen met kinesiotape. Aangezien ik net de basiscursus had afgerond was de keuze snel gemaakt. Ik heb eerst kort met de patiënt gepraat om vervolgens tot het tapen over te gaan. De tape bestond uit een stervormige constructie ter grootte van de scheur en een detoniserende tape over de m semitendinosis. Op dit moment kon de patiënt niet verder flecteren in de heup dan 20 a 30 graden door pijn. Na het aanbrengen van de tape was het resultaat meteen merkbaar in de vorm van pijnvermindering en deze patiënt kon daardoor ook aanzienlijk beter lopen. De controle afspraak werd gepland op twee dagen later en ik zou hem weer behandelen. Twee dagen later kwam de patiënt waarop ik hem vroeg hoe het was gegaan. Hij gaf aan veel last gehad te hebben van stuwende en kloppende gevoelens in het gebied die als zeer onprettig
7
werden ervaren. Deze ochtend was de pijn eigelijk helemaal verdwenen wat hem zelf nogal verbaasde aangezien hij de dag daarvoor nog zoveel last had. Toen ik vervolgens ging testen wat nu zijn bewegingsuitslag was bleek dat hij moeiteloos en zonder pijn tot 90 graden kon buigen. Zijn spierkracht was praktisch normaal en zijn bereidheid tot bewegen verdubbeld. Ik had dit zelf ook niet verwacht, maar deze patiënt werd in overleg met mijn stagebegeleider niet verder meer behandeld aangezien alles wat getest werd normaal was. Uiteraard wel met de afspraak, dat wanneer de klachten zouden verergeren of veranderen, hij weer contact op zou nemen. Ik heb hem mijn verdere stageperiode niet meer gezien en dat na 1 behandeling tapen, een week na het trauma.
Patiënt: inversietrauma
Aangezien ik werkzaam ben in de sport kom ik regelmatig in aanraking met het inversietrauma. In dit voorbeeld was de persoon in kwestie een goede bekende van me die op een nare manier door zijn enkel was gegaan. Het oedeem was goed zichtbaar en de bewegingsuitslag werd beperkt door pijn en zwelling. Aangezien deze patiënt al vaker met het inversietrauma te maken had gehad en er geen aanleiding was om band/kapselschade te vermoeden (aangezien de patiënt zelf kon aangeven op basis van ervaring dat er geen ernstige inwendige schade was) ben ik (na uiteraard te hebben gekoeld) over gegaan op het tapen met behulp van de kinesiotape. In de eerste plaats heb ik een lymfetaping methode gebruikt om het oedeem af te voeren gevolgd door een ligamenttechniek over het lig talofibulare. Ook een correctie tape over de laterale zijde van de enkel en het been om de voet naar eversie te trekken. De effecten waren ook hier verbluffend te noemen aangezien de zwelling en pijn binnen drie dagen volledig waren verdwenen en er nagenoeg geen restklachten waren. Een kanttekening bij deze patiënt is natuurlijk dat het een jonge sporter is die snel hersteld, maar binnen drie dagen weer in een dusdanige staat zijn dat er weer getrained kan worden vind ik zeer bemoedigend.
Patiënt: Epicondylitis lateralis
Een veel voorkomende klacht is de tennis elleboog. Volgens gebruikers van kinesiotape een pathologie waar kinesiotape prima bij kan helpen. De tape wordt van insertie naar origo over de extensoren van de pols aangelegd naar het laterale epycondyl. In de praktijk heb ik deze techniek twee maal toegepast en twee wisselende resultaten ervaren. In het eerste geval had de patiënt er duidelijk baat bij in de vorm van pijnvermindering en daardoor een hoger activiteiten niveau. De tweede keer kreeg de persoon in kwestie juist meer klachten door de tape. De tape was op exact dezelfde manier aangelegd, maar het effect was juist het omgekeerde van wat ik graag gezien had. Hier blijkt dat kinesiotape niet in alle gevallen op eenzelfde manier reageert. Er zijn natuurlijk een hoop variabelen zoals de oorzaak van de klachten, de duur van de klachten en de tape kan toch net iets anders hebben gelegen, maar elke persoon is toch uniek en voor elke klacht geldt hetzelfde.
De bovenstaande voorbeelden geven een indruk van de mogelijkheden van kinesiotape, maar ook van de onmogelijkheden. Tijdens het gebruik is gebleken dat kort gezegd kinesiotape soms werkt, en soms niet. Voor de toekomstige gebruikers zal het ongetwijfeld zo zijn dat er af en toe totaal ongewenste effecten kunnen optreden en dat moeten zij zich ook terdege realiseren.
Patiënt: chronische rugklachten na sportactiviteiten
In het honkbalteam dat ik begeleid is een speler, een derde honkman, die al maandenlang klaagde over rugklachten na het sporten. Dat kon zijn in de sportschool, training op het honkbalveld of wedstrijden. De klachten werden wel binnen 2 dagen minder maar verdwenen
8
eigenlijk nooit. Ik heb de onderrug, de spinale spieren 3 weken lang getaped met kinesiotape. De pijn en de bewegingsangst nam na 2x tapen (binnen 5 dagen) duidelijk af en wel zodanig dat een nieuwe sportactiviteit de klacht niet opnieuw provoceerde. De restklachten waren na 3 weken verdwenen. De klacht is gedurende het seizoen niet meer teruggekeerd. De gebruikte tape-techniek was een spiertechniek waarbij (door in dit geval vooroverbuigen) de huid en de spier strakgetrokken wordt waarna de tape zonder spanning op de huid gelegd wordt. Als de patiënt rechtop gaat staan ontstaan de constraints, waarbij de huid duidelijk in golfjes wordt opgerekt. Het effect hiervan wordt verderop nader toegelicht.
Patiënt: hypertensie m. supraspinatus door langdurig slechte houding
Deze patiënt kon bij binnenkomst haar arm niet verder dan 600 abduceren. Verdere passieve beweging van de arm leidde tot ernstige schouderpijn die uiteindelijk tot in de vingers doortrok.
Ze was al 2 maanden onder behandeling van een fysiotherapeut toen ze bij me kwam met de vraag wat ik van de behandeling (nek- en schoudermassage) vond. Ik heb geen oordeel uitgesproken maar haar voorgesteld, om in overleg met haar fysiotherapeut, haar schouderklachten te onderzoeken en eventueel met kinesiotape in te tapen. Al na 1 week werd duidelijk dat de tape (samen met houdingsadviezen) patiënt de mogelijkheid gaf haar schouder meer dan 600 te abduceren. De patiënt stopte met haar behandeling door haar eigen fysiotherapeut zodat ze 2 ½ week alleen kinesiotape en gesprekken over haar houding verbleven. Na 3 weken was de bewegingsbeperking weg. Tijdens haar 1 maand durende vakantie in het buitenland zijn de klachten, minder ernstig, teruggekomen.
Hypothesen
In de praktijk zijn er verschillende toepassingen voor kinesiotape die we al eerder kort aangaven.
A. In de aangeboden cursus en in de boeken wordt vooral gebruik gemaakt van de zogenaamde spiertechnieken waarbij men ervan uitgaat dat een verkeerde spanning in de spier zorgt voor problemen in de spier en daardoor de stand van de gewrichten. Bij deze techniek wordt de huid op rek gebracht en wordt de tape zonder rek hier overheen gelegd zodat bij het ontspannen van de huid er een rimpeling ontstaat waardoor de huid wordt gelift en er een drukverlaging onder de huid optreed.
B. Verder wordt er gebruik gemaakt van ligamenttechnieken waarbij een tape op maximale rek op het ligament wordt aangebracht waardoor allerlei receptoren worden getriggerd.
C. De lymfedrainage is in principe hetzelfde soort tape als een spiertechniek
D. Een correctietape als een ligamenttechniek.
Wat de effecten zijn onder de tape is nergens evidence based bepaald en het is voor ons niet mogelijk om dat in dit stadium van de ontwikkeling van deze tape zelf even voor elkaar te krijgen. We willen een poging wagen om de hypothesen die de ontwikkelaars en gebruikers van de tape hanteren, te onderbouwen of te ontwrichten.
Om een goede onderbouwing te kunnen geven is het van belang om de betrokken weefsels en fysiologische processen in het lichaam toe te lichten en indien mogelijk te koppelen aan de verschillende technieken. We hebben aan deze beroepsopdracht een bijlage "fysiologie toegevoegd met relevante informatie over:
9
- Anatomie cutis (huid)
- Vascularisatie cutis
- Innervatie cutis
- Lymfesysteem en oedeem
- Anatomie spier
- Vascularisatie spier
- Innervatie spier
- Gewrichten
- Vascularisatie gewricht
- Innervatie gewricht
- Nocicensoriek
We zullen steeds eerst de hypothese beschrijven en daarna die hypothese van ons commentaar voorzien.
1e hypothese: De theorie achter het gebruik van kinesiotape
Wanneer de ruimte tussen de huid en de spier (subcutis/hypodermis) als gevolg van een verdikking van een lichaamsstructuur onder de huid (vermoeide spier, heamatoom of grote lymfatische last) wordt samengedrukt, wordt druk uitgeoefend op de nocisensoren net onder de huid. Doordat de huid wordt gelift door het gebruik van de kinesiotape (rimpeling van de huid welke de convolutions worden genoemd) neemt de ruimte tussen de huid en onderliggende structuur (bindweefsel of spier) toe waardoor er meer volume ontstaat. Dit heeft dan als gevolg dat er drukvermindering op deze nocisensoren ontstaat waardoor de pijn direct afneemt. Ook zorgt deze extra ruimte er voor dat de bloedstroom en de lymfestroom wordt bevorderd.
(Bron: kinesio taping basic course, kinesiotaping association)
De International Kinesiotaping Association® probeert met bovenstaande afbeeldingen het principe te verduidelijken. Hierop is duidelijk te zien wat volgens de hypothese de werking van de tape is.
Commentaar:
De bovengenoemde hypothese komt in grote lijnen overeen met de door ons gevonden fysiologische processen. De illustratie toont een zeer schematische weergave van het principe en is anatomisch niet correct wat echter geen afbraak doet aan het principe welke wordt duidelijk gemaakt. Wanneer een spier als gevolg van bijvoorbeeld overbelasting gaat uitzetten treedt er een drukverschil op waardoor de nocisensoren zowel intramusculair als in de cutis worden geprikkeld. Tevens zorgt het opheffen van de druk ervoor dat de lymfatische last beter kan worden afgevoerd. Dit is de basiswerking van kinesiotape en is van toepassing op de technieken waarbij convolutions ontstaan.
10
3 Voor een uitleg over anatomie, vascularisatie en innervatie van de huid en een onderbouwing voor het onderstaande kunt u gebruik maken van de fysiologie bijlage.
2e hypothese: de werking van kinesiotape bij de zgn spiertechnieken
Wanneer men kiest voor de toepassing van kinesiotape op een spier doet men dat meestal om de volgende redenen:
1. De patiënt geeft pijn aan in een spier
2. De spier zorgt voor een mobiliteits beperking
3. Er is sprake van hypertonie
4. Er is sprake van een heamatoom
Wanneer men een spier gaat behandelen met kinesiotape wordt de huid op rek gebracht en de tape zonder rek neergelegd. Er ontstaan dan convolutions die de huid liften.
Een spiertechniek wordt vooral toegepast wanneer de patiënt pijn aangeeft in een spier of wanneer er sprake is van een forse hypertonie met eventueel een mobiliteitsbeperking. Pijn wordt waargenomen door de nocisensoren in en onder de huid en in de spier.
Commentaar
Er zijn twee theorieën over hoe pijn door spieren wordt veroorzaakt.
1: De spierspasme theorie
Doordat er metabole veranderingen in het weefsel optreden wordt er door metabolieten voor een verhoogde spiertonus gezorgd. Het lactaat wat vrijkomt wanneer de zuurstofvoorziening te kort schiet zorgt voor verzuring. De stapeling van metabolieten zorgt op zijn buurt weer voor een vaatverwijdering (relatie tussen filtratie en reabsorptie). Dit brengt weer extra vocht in de interstitiële ruimte (lymfatische last) en er ontstaat een zwelling. De zwelling belemmert de bloedstroom waardoor er een ischemie dreigt. De spier spant zich reflexmatig aan waardoor de bloedstroom nog eens extra wordt belemmerd en men komt in een vicieuze cirkel die dagenlang kan aanhouden. De verhoogde druk zorgt voor een actiepotentiaal aan de nocisensoren in de spier en tussen de spier en de epidermis.
2: De weefselbeschadiging theorie
Door een inspanning treedt er beschadiging op van de het spierweefsel. Daarmee worden dan de spiercellen, bindweefsel en de myofibrillen bedoeld. Deze beschadiging zorgt voor een ontstekingsreactie waardoor er weer een zwelling ontstaat. Ook hier ontstaat er dus weer een verhoogde druk op de hypodermische ruimte.
(bron: Dynamiek van het menselijk bindweefsel, J.J. de Morree)
Waarschijnlijk ligt de verklaring in de combinatie van deze twee theorieën, maar waar het op neer komt is dat door zwelling er een drukverhoging ontstaat waardoor de capillairen, venen en het lymfestelsel worden gehinderd. Tevens worden de nocisensoren geprikkeld waardoor er pijn wordt ervaren.
Bij deze theorieën wordt er gekeken van binnen naar buiten. De kinesiotape werkt echter vanaf buiten (op de huid). Wanneer er een tape wordt aangebracht over een spier waar bovengenoemde problemen het geval zijn dan kunnen we daar de volgende effecten verwachten
3:
Cutis:
De epidermis wordt gelift (rimpeling of convolutions) samen met het basaalmembraan en de dermis. Hierdoor wordt ook de hypodermis omhoog getrokken; de hypodermis
11
bestaat uit zeer losmazig bindweefsel zodat hij wordt uitgerekt. Dit zorgt er in de huid voor dat er een betere doorbloeding kan plaatsvinden en er meer bouw en voedingsstoffen in de omgeving aanwezig zijn. Doordat er een drukverandering in de hypodermis plaatsvindt kan het onderliggende weefsel daarop reageren. Het lichaam zoekt altijd een evenwichtstoestand, ook in drukverschillen. De lymfatische last heeft uiteraard meer bewegingsvrijheid en wordt mobieler zodat deze ook nog kan uitwijken naar aangrenzende weefsels waar de reabsorptie beter kan plaatsvinden. De druk in de interstitiële ruimte neemt af waardoor de veneuze en lymfatische capillair netwerken beter kunnen werken. Verder worden de nocisensoren minder geprikkeld wat een
directe afname van pijn betekent.
Spier:
Nadat de huid is gelift heeft de spier meer ruimte om uit te zetten zonder structuren te comprimeren. In de spier neemt de interstitiële druk af waardoor er intramusculair een betere vascularisatie mogelijk is en de veneuze en lymfatische capillairen de afvalstoffen kunnen afvoeren. De afvoer van deze afvalstoffen (vocht, eiwitten, lactaat) zorgt ervoor dat de druk in de spier verder afneemt. De nocisensoren in de spier worden om deze reden minder geprikkeld waardoor de nociceptietransmissie afneemt.
Nocisensoriek:
Een volgend effect heeft een directe relatie met de convolutions. Wanneer de huid gaat rimpelen wordt er een prikkel afgegeven aan de tastlichaampjes (Merkel en Pacini). Deze dikke vezels kunnen op de achterhoorn volgens het gate control mechanisme een inhibitie veroorzaken door op het neuron een pre-synaptische verbinding (remming) teweeg te brengen. De innervatie van het dermatoom komt op hetzelfde segment binnen als het myotoom en kan daarom voor inhibitie zorgen binnen het myotoom. Dit gebeurd volgens de bovengenoemde pre-synaptische verbinding en volgens het principe van de gate control kan de pijn worden geremd. (voor uitgebreide uitleg gate control zie bijlage)
(note: Nu is de vraag wat er met de lange baansystemen vanuit de formatio reticularis gebeurt. Immers via de fast-forward loop kan een noxische prikkel zorgen voor inhibitie vanuit de descenderende baansystemen. De formatio reticularis geeft echter alleen een inhibitie wanneer een noxische prikkel de formatio bereikt. Wanneer we vanuit het gate control mechanisme redeneren, proberen we de noxische prikkel weg te nemen. Zodra deze prikkel wegvalt zal er als reactie geen inhibitie vanuit de descenderende baansystemen meer plaatsvinden. In plaats daarvan wordt geprobeerd om de transmissie van noxische prikkels te onderbreken. Of dit inderdaad het geval is blijft voorlopig nog een heikel punt aangezien we zowel van de achterhoorn als de formatio reticularis niet weten hoe de reacties precies tot stand komen. Met andere woorden wat is de balans tussen descenderend verlopende inhibitie en inhibitie vanuit de fijne tastsensoren. Het blijft daarom moeilijk om een goed onderbouwde uitspraak te kunnen doen.)
3e hypothese: de wijze van tapen is van invloed op de spierspanning
Bij het aanleggen van de tape kan er gekozen worden om een toniserend effect of een detoniserend effect te verkrijgen. In dit geval bepaald de richting van de tape welk soort effect er wordt behaald. Wanneer iemand een spier wil detoniseren dan wordt de tape van insertie naar origo aangelegd en om te toniseren van origo naar insertie.
Commentaa
r
De oorzaak van dit effect ligt wellicht in een neuroreflectoir mechanisme. Wanneer de tape is aangebracht is er sprake van 10% voorspanning op de tape waardoor de vezels van de tape
12
naar de basis van de tape trekken (in het geval van detoniserend tapen ligt de basis bij de insertie). Door deze trekkracht wordt de opperhuid verschoven richting de basis. De hypodermis blijft vanwege zijn structuur enigszins achter, maar de vezels in de hypodermis komen wel op rek te staan en de receptoren worden geprikkeld. De hypodermis blijkt zijn innervatie te hebben gedeeld in een huid zijde en een spier zijde. De receptoren in de huid komen van dezelfde zenuwvezel als de receptoren in de subcutis (aan de huid zijde). De receptoren aan de spier zijde hebben dezelfde zenuwvezel als in de spier. De rekprikkels in de huid worden dus via de zenuwvezel in de spier waargenomen Het lichaam merkt dat er rek op het weefsel staat en zal ten alle tijde proberen om weer naar een ruststand terug te keren.. Wanneer het lichaam dit opmerkt kan de rek worden opgeheven door de spier te verkorten of verlengen (afhankelijk van de getapete richting). In het geval van detoniserend tapen zal de spier moeten verlengen om de mogelijke schadelijke gevaren op te heffen. Volgens deze theorie ontstaat de verlenging/verkorting van de spier door een autonome reactie (onwillekeurig) van het weefsel. Op welke manier de spier zijn prikkel krijgt om te verkorten/verlengen is moeilijk aan te geven. Het mechanisme lijkt nog het meest op de reactie van het lichaam op verlenging van de spierspoeltjes waarbij er een inhibitie op de motorunits plaatsvind. Dit geschied via een spinale reflexboog en dient als een mechanisme om schade te voorkomen. In het geval van de kinesiotape ziet het lichaam de relatief kleine rek wellicht toch als een mogelijke bedreiging voor het weefsel en zal op eenzelfde manier zorgen voor een evenwichts toestand.
4e hypothese: de werking van de ligament techniek
Bij een trauma is er vaak sprake van schade aan de ligamenten. Door de immobilsatie die vaak wordt gehanteerd wordt het weefsel onvoldoende belast waardoor er een verzwakking van het ligament en omliggende structuren kan optreden. Deze immobilisatie kan zorgen voor een weefselverandering waarbij het ligament in flexibiliteit afneemt en er verklevingen kunnen ontstaan. Het ligament wordt alleen maar zwakker waardoor de belastbaarheid afneemt en de kans op recidiverend letsel toeneemt.
De ligamenttechniek met kinesiotape is erop gericht de range of motion van het gewricht te behouden waardoor zo min mogelijk schadelijke effecten van immobilisatie optreden. Het ligament wordt ondersteund in zijn functie, maar moet zijn sturende taak gewoon blijven uitvoeren in de normale bewegingsuitslag. De tape wordt in dit geval vanuit het midden van het ligament op maximale rek over het ligament neer gelegd in de meest neutrale positie (loose packed position). De ankers worden zonder rek aan de uiteinden van het ligament neergelegd waardoor de vezels van de tape naar het midden van het ligament trekken.
In veel gevallen wordt een ligament techniek gecombineerd met een spiertechniek aangezien er ook vaak sprake is van letsel aan de spieren. Door deze combinatie te maken wordt het omliggende weefsel ook voorzien van een betere doorbloeding (zie spiertechnieken) waardoor er ook meer bouwstoffen aanwezig zijn rond het aangedane gebied.
Commentaar
In de betrokken structuren vinden de volgende processen plaats.
Cutis:
Wanneer de tape is aangebracht wordt de cutis en subcutis van twee kanten naar het midden van het ligament getrokken. Wanneer het ligament op rek komt te staan werkt er een kracht op het ligament die fasciliteert naar een normale positie. De propriocepsis is hier de belangrijkste factor die wordt beïnvloed door de effecten die
13
op de huid worden gehaald. Er is bij deze techniek ook nauwelijks sprake van rimpeling (convolutions) van de huid waardoor de druk binnen het weefsel nauwelijks veranderd. Door de verschuiving van de huid worden er wederom tastreceptoren geprikkeld, maar door de gespannen tape zullen zij niet worden geprikkeld via de cyclus van convolutions en gespannen huid, maar wel door een rekprikkel op de huid aangezien de huid al wordt strakgetrokken.
Ligament:
Tijdens bewegen worden de receptoren geprikkeld waardoor er continue een signaal naar de hersenen gaat over de stand en spanning in en rond het ligament. De prikkeldrempel van de ligamenten wordt als het ware verlaagd waardoor een persoon zich veel meer bewust is van de belasting. Ook kunnen deze receptoren zorgen voor een inhibitie via de achterhoorn. Er moet dan wel worden bewogen omdat de tape op maximale rek ligt en daarom alleen prikkels aan de mechanosensoren kan afgeven wanneer er een beweging wordt gemaakt. Dit heeft niet alleen als voordeel dat nociceptie kan worden geremd, maar ook dat het ligament wordt gebruikt en geoefend zodat het herstel wordt bevorderd. Het ligament kan een normale bewegingsuitslag ondergaan en wordt in zijn functie ondersteund belast. Hierdoor kan herstel sneller plaatsvinden en zullen de nadelige effecten van immobilisatie niet snel optreden (note: Dit betekend dus niet dat iemand in een ontstekingsfase met kinesiotape al volledig mag worden belast, maar wel in de fasen daaropvolgend).
Nociceptie:
Inhibitie zoals beschreven bij de spiertechnieken treedt in mindere mate op bij een ligamenttechniek doordat er geen convolutions ontstaan (of in mindere mate). Wanneer er wordt bewogen worden de mechanosensoren echter sneller geprikkeld. Op deze manier zorgt de tape alsnog voor inhibitie in en rondom het aangedane gebied.
5e hypothese de werking van kinesiotape bij Lymfedrainage
Kinesiotape is een prima hulpmiddel bij de afvoer van oedeem. Er dient wel een onderscheid te worden gemaakt tussen het lymfodynamisch en vasculair oedeem.
Het vasculaire oedeem ontstaat wanneer de vochttoevoer toeneemt zonder dat de afvoer-capaciteit toeneemt. De lymfecappilairen zijn in dit geval ontoereikend om het vocht af te voeren. De lymfecapillairen bij het vasculaire oedeem werken niet meer optimaal.
Het lymfodynamisch oedeem ontstaat wanneer de lymfevaten de lymfatische last niet meer kunnen afvoeren terwijl ze nog wel goed functioneren. Zo ontstaat een eiwitarm oedeem wat kan worden herkend aan het putje in de huid wat blijft zitten (pitting oedeem). Deze vorm van oedeem komt voor na o.a. een trauma, komt snel opzetten en is meestal diffuus gelokaliseerd. Door de snelle ontwikkeling van het oedeem worden de lymfe en veneuze capillairen dichtgedrukt waardoor de resorptie van het vocht wordt gehinderd. De tape wordt in afzonderlijke stroken aangebracht (spiertechniek) en heeft zijn proximale ligging direct bij een lymfeknoop op optimale afvoer van de lymfe te bewerkstelligen. Na het aanbrengen van de tape ontstaan de bovengenoemde effecten.
Cutis:
Door de liftende werking van de tape op de huid is sprake van een drukvermindering in het onderliggende weefsel. Deze eigenschap zorgt er voor dat de lymfe en veneuze capillairen meer oedeem kunnen gaan verwerken. Doordat er met afzonderlijke stroken wordt gewerkt ontstaat een situatie waarbij het ene stuk huid wel wordt gelift en het naastgelegen stuk niet. Op deze manier wordt er geprobeerd om een constante werking van de lymfatische last te verkrijgen. Doordat het oedeem onderhevig is aan drukverschillen wordt deze continue in beweging gehouden. Door beweging wordt de afvoer van het oedeem nog eens extra
14
gestimuleerd aangezien bewegen (en spiercontracites) zorgt voor drukveranderingen die noodzakelijk zijn voor het transport binnen in de lymfecapillairen. De vezels van de tape staan op rek richting de basis wat ervoor zorgt dat de lymfatische last deze richting op wordt gestuurd.
Weefsel:
Oedeem kan overal in het lichaam zijn gelokaliseerd. Er kan sprake zijn van oedeem in de huid, maar meestal is er (ook) een beschadiging van dieper gelegen structuren. Door het veranderen van de druk kan de lymatische last direct worden opgenomen of door de drukverschillen via de ruimte tussen de cellen verplaatst worden. In het geval van een trauma kan het oedeem wat op de plaats van de beschadiging optreedt niet meer optimaal worden opgenomen. Door de lymfe te transporteren naar een gebied waar de veneuze en lymfe capillairen wel goed werken kan het oedeem worden weggewerkt.
Nociceptie:
Het aanleggen van de tape op dezelfde manier als een spiertechniek heeft tot gevolg dat er pijnreductie in het weefsel optreedt doordat (o.a. door bewegen) de tast receptoren worden geprikkeld waardoor inhibitie ontstaat (zie spiertechnieken).
Commentaar:
Met het gebruik van kinesiotape kan een patiënt met oedeem goed worden behandeld. Het grote voordeel van lymfedrainage op deze manier is dat de tape een aantal dagen kan blijven zitten waardoor de behandeling een aantal dagen duurt zonder dat een therapeut dagelijks bezig is met de drainage.
Overige toepassingen
De spiertechniek, ligamenttechniek en de mogelijkheden voor lymfedrainage zijn de drie meest gebruikte toepassingen binnen het werkveld. Natuurlijk zijn er meerdere toepassingen mogelijk met kinesiotape zoals segmentaal tapen, behandeling van littekenweefsel en een correctietape. Aangezien de wijze van tapen overeenkomt met de bovenbeschreven technieken en deze toepassingen niet zo vaak in het werkveld worden toegepast zullen we hier niet te diep op ingaan en kort de verschillende technieken toelichten en ze benaderen vanuit een meer practise based oogpunt.
Segmentaal tapen
:
Een toepassing van kinesiotape kan zijn dat wanneer men in het dermatoom een tape aanlegt (spiertechniek) er inhibitieprikkels worden gegeven naar het bijbehorende segment. Wanneer een patiënt last heeft van viscerogene pijn kan de behandelaar proberen om door middel van segmentaal tapen voor pijnvermindering te zorgen. In de literatuur is ook te vinden dat bijvoorbeeld een combinatie van segmentaal tapen en het detoniseren van de m. pectoralis major bij astma patiënten kan zorgen voor een betere ademhaling. Een andere toepassing is voor mensen met hooikoorts waarbij er op de rug over een flink gebied een x-vormige tape wordt neergelegd. De onderbouwing van deze effecten is momenteel niet mogelijk vanuit de wetenschap. Feit is dat sommige behandelaars en gebruikers aangeven dat dit werkt. Zelf hebben we geen ervaring met segmentaal tapen en kunnen we dit ook niet bevestigen.
Triggerpoint behandeling
:
Kinesiotape wordt gebruikt voor het behandelen van verschillende triggerpoints. Hierbij wordt er een stervormige tape of een rooster tape aangelegd. Door de prikkeling van de receptoren wordt er inhibitie opgeroepen en neemt de druk onder de tape af. Door de
15
drukvermindering ontstaat er weer een beter doorbloeding, de nocisensoren worden minder geprikkeld waardoor de prikkeldrempel uiteindelijk ook wordt verlaagd. Dit is een techniek waar ook wisselende resultaten mee worden behaald in de praktijk. Bij de eerste patiënt kan het geweldig werken, maar bij de tweede worden de klachten alleen maar erger. Wat hier de reden voor is is onduidelijk en het zal in de praktijk moeten blijken per persoon wat de toegevoegde waarde voor de patiënt is.
Litteken behandeling
:
Deze techniek zorgt ervoor dat littekens mooier en sneller herstellen. Er wordt eerst getaped zodat de druk naar het midden van het litteken is gericht (tape op rek). Hierna wordt er gebruik gemaakt van een spiertechniek waardoor de doorbloeding en aan/afvoer van bouw/afvalstoffen wordt bevorderd. Behandelaars die we hebben gesproken die dit toepassen zijn over het algemeen zeer enthousiast over deze toepassing.
Correctietape
:
Een zeer voor de hand liggende mogelijkheid van kinesiotape is de correctie tape. Deze kan worden gebruikt om de stand van een gewricht te corrigeren. Een toepassing is bijvoorbeeld wanneer iemand een te grote thoracale kyfose heeft. Door de persoon in een ietswat gecorrigeerde houding te zetten en de tape op 50-110% rek als een soort bretel aan te leggen wordt de persoon constant aan zijn houding herinnert. Door de eigenschappen van de tape kan deze lang blijven zitten zodat de patiënt ook daadwerkelijk aan een betere houding kan werken. Ook bij dreigende inversietrauma’s kan een corrigerende tape die de enkel naar eversie trekt uitkomst bieden. De enkel wordt continue gefasciliteerd naar eversie waardoor de kans op het inversietrauma wordt gereduceerd. Ook bij klachten in de schouder zoals schouderluxatie waarbij de schouder dreigt naar een anterieure luxatie door verzwakte kapsels en banden kan kinesiotape worden toegepast. De tape ook als immobilisatie worden aangebracht door de tape op volledige rek neer te leggen. Nadeel ten opzichte van conventionele sporttape is dat de eerste veel stugger is dan kinesiotape. In een situatie waarin een goede immobilisatie noodzakelijk is is wellicht een combinatie van deze twee tape soorten een goede oplossing.
Gebruik kinesiotape
Voor de behandelaars die werken met kinesiotape is er geen richtlijn over de wijze waarop men diagnostiek verricht en de keuze voor het soort tape techniek onderbouwd. Aangezien wij kinesiotape toe willen passen via de fysiotherapie geven we hier de meest voor de hand liggende manier. Er wordt in de praktijk gebruikt gemaakt van twee soorten benaderingen die min of meer in elkaar overlopen. Wanneer een patiënt voor de eerste keer wordt gezien geldt in principe het volgende:
Methode 1:
- De therapeut gaat op zoek naar het aangedane weefsel (weefseldiagnostiek)
- De therapeut bekijkt de bewegingen (bewegingsdiagnostiek).
- De uitkomst van beide onderzoeken bepaald het soort tapetechniek(combinatie) die wordt(en) toegepast op basis van de effecten die met de tape kunnen worden behaald.
- Indien het gewenste resultaat uitblijft, blijkt dat de tape in bijna alle gevallen andersom moet worden neergelegd (dus het beginpunt origo, insertie omkeren) of dat de antagonist in tegengestelde richting moet worden getapet.
16
Methode 2:
De volgende methode is een stuk simpeler in zijn opzet. De diagnostiek wordt zeer globaal uitgevoerd waarna de tape wordt neergelegd. Dan wordt er gekeken naar het resultaat en bepaald of de tape het gewenste resultaat geeft. Hier gaat men ervan uit dat iedere persoon verschillend is en dat er gezocht moet worden naar het soort tapetechniek dat de beste resultaten geeft.
Het blijkt inderdaad dat de tape niet altijd een zelfde resultaat heeft bij verschillende patiënten met dezelfde aandoening. Van de fysiotherapeut wordt echter wel verwacht dat hij een gedegen onderzoek doet met een fysiotherapeutische diagnose waardoor hij zijn keuze kan onderbouwen en een zo goed mogelijke afweging maakt voor het soort tapetechniek. Als dit proces is doorlopen komt de fysiotherapeut ongetwijfeld in een situatie waarin de tape niet het gewenste resultaat geeft en hij op over moet gaan op een andere manier.
Overigens is de keuze voor de techniek in veel gevallen niet nodig aangezien er voor een combinatie van tape technieken kan worden gekozen. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld het inversietrauma:
- Door de ontstane zwelling brengt men eerst een tape aan om het oedeem weg te krijgen
- Door de klap naar inversie is de m.m peroneï waarschijnlijk aangedaan waardoor er een detoniserende tape over deze spier kan worden aangelegd.
- Door de rek op het ligament en het kapsel kan er een ondersteunende tape worden aangelegd over het ligament.
- Indien noodzakelijk kan de therapeut er nog voor kiezen om een correctietape aan te leggen waardoor de stand van de enkel zoveel mogelijk neutraal blijft.
Het bovengenoemde is slechts een benadering van hoe het er in de praktijk aan toe gaat. Een officiële richtlijn voor het gebruik van kinesiotape is er (nog) niet.
17
De enquete
Inleiding
Naast een onderzoek naar mogelijke wetenschappelijke onderbouwing van de werking van kinesiotape, hebben we een onderzoek gedaan naar het gebruik van kinesiotape in de praktijk teneinde een practice based inzicht te krijgen in de werking van kinesiotape.
Alvorens het onderzoek op te starten is een vragenlijst opgesteld. Omdat de ervaring leert dat het verzenden van vragenlijst met het verzoek de ingevulde vragenlijst terug te zenden leidt tot slechts een zeer gering percentage antwoorden, hebben we besloten een telefonische enquête te houden. Tijdens het verzamelen van de informatie bleek dat telefonische enquête een groot nadeel heeft: vaak werd een fysiotherapiepraktijk benadert waar blijkbaar alle fysiotherapeuten aan het werk waren en de telefoon niet opgenomen werd dan wel dat een antwoordapparaat inschakelde. Een andere mogelijkheid is dat in de periode dat de enquête werd uitgevoerd veel fysiotherapeuten op vakantie waren. Een van de vragen uit de vragenlijst bleek niet geschikt om telefonisch uit te vragen en is dus niet in de resultatenoverzichten opgenomen.
Ten einde een beeld te krijgen van de verschillende meningen over het gebruik van kinesiotape werd de enquête gehouden onder fysiotherapiepraktijken in de driehoek Amsterdam, Hilversum, Almere. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de resultaten afwijkend zijn van een enquête in een groter gebied.
18
Het uitgevoerde onderzoek
Alvorens tot het uiteindelijke onderzoek te komen is een vragenlijst opgesteld (zie bijlage ..). De vragen waren er op gericht inzicht te verkrijgen in
De grootte van de praktijk
Het al dan niet gebruiken van kinesiotape binnen de praktijk.
Een oordeel van de geïnterviewden over de wenselijkheid het gebruik van kinesiotape aan te leren binnen de basisopleiding voor fysiotherapie.
Ook hebben we een uitnodigingsbrief opgesteld voor degenen die een voorkeur hadden voor een schriftelijke contact.
Dankzij informatie over het aantal fysiotherapeuten binnen de geïnterviewde fysiotherapie-praktijken kunnen de antwoorden gewogen worden met het aantal fysiotherapeuten waarvoor gesproken werd.
Na het vaststellen van de vragenlijst is met behulp van www.detelefoongids.nl een uitvraag gedaan met behulp van de keuzewoorden fysiotherapie en Amsterdam en omgeving, fysiotherapie en Hilversum en omgeving en van fysiotherapie en Almere en omgeving.
De keuze voor Amsterdam, Hilversum en Almere is gemaakt op de basis van de "woonplaats van de HvA en de 2 schrijvers van deze beroepsopdracht.
Door middel van deze selectie werden 372 hits in Amsterdam e.o, 166 hits in Hilversum e.o. en 83 hits in Almere e.o. gescoord.
In Amsterdam werd 1 op de 6 fysiotherapieadressen gebeld, in Hilversum 1 op de 18 en in Almere 1 op de 10. Als er geen contact tot stand kwam werd het volgende adres van de lijst gebeld net zolang tot er contact tot stand kwam.
Enkele fysiotherapiepraktijken hebben gevraagd de enquête naar ze toe te zenden. Van de 3 praktijken hebben 2 en ingevulde enquête geretourneerd en 1 heeft, ook na een herhaald verzoek niets meer van zich laten horen.
Opvallend was de positieve reactie van de gebelde praktijken en hun bereidheid aan het onderzoek deel te nemen. Geen enkele praktijk weigerde deel te nemen!
19
De resultaten
In totaal zijn 50 fysiotherapeutpraktijken geïnterviewd. In totaal betrof dit circa 339 fysiotherapeuten (zie fig 1).
fig. 1 |
totaal geïnterviewden |
aantal praktijken |
aantal physio's |
gemidd aantal physio's |
Amsterdam |
34 |
197 |
5,8 |
Hilversum |
8 |
38 |
4,8 |
Almere |
8 |
104 |
13,0 |
totaal |
50 |
339 |
6,8 |